Meertekst

vertaalt, redigeert, ordent en schrijft technische teksten

Wat dééd je dan al die tijd?

🐥 weekbreak 🐥

Na gedane arbeid is het goed rusten. 
Maar met de arbeid valt het momenteel tegen en het rusten lukt ook niet. Ik ga later dan ooit naar bed, val als een blok in slaap maar word uitgeput en te vroeg weer wakker. Stress? Leeftijd? Uitgeslapen? Doorgelegen? Wie zal het zeggen. 

Ik sluip naar beneden en neem zoals altijd in alle rust de krant even door, maar zo leuk als vroeger is dat allang niet meer. Toch is dat mijn moment van bijblijven. Overdag krijg ik nog wel eens een update van een huisgenoot (“Wist je dat….”) maar de nieuwsberichten en talkshows vol gespeculeer en opgeklopte ellende in de avond laat ik aan mij voorbij gaan. Daar slaap ik nog slechter van. Ik heb al wat geëxperimenteerd met minder koffie, rustgevende app’s en binaural beats, maar dit is wat het is en ik maak me er maar niet druk om.

Het werken in het weekend, na vijven en op Koningsochtend bevalt me prima. Dan kan ik in alle rust uren doorhalen. Maar de rest van de kantoordagen verlopen nogal hapsnap. En ik begin me af te vragen: hoe doen anderen dat? 

Volgens mijn eigen waarneming zijn er inmiddels 3 groepen mensen. 
Groep 1 denkt dat iedereen nu zwemt in zeeën van tijd en probeert ons online en offline bezig te houden met allerhande sport en spel, puzzels en boeken, cursussen en app’s. 
Groep 2 maakt daar dankbaar gebruik van en heeft inmiddels alle schoonmaaktips en opruimadviezen succesvol toegepast, nieuwe hobby’s opgepakt, alle aanbevolen series gebingewatcht en mantelzorgt fluitend voor wie maar wil.

En ik voel me een lid van groep 3. Mijn dagen rijgen zich nogal chaotisch aaneen met werk voor Meertekst en cursussen Social Media en Zweeds. Het huishouden kost veel meer tijd dan anders, nu iedereen thuis is om de wasmand te vullen, de kasten te plunderen en het sanitair te gebruiken. Ik probeer elke avond iets extra lekkers of bijzonders op tafel te zetten, want het diner is het enige moment waarop we echt samen zijn (tenzij de vakkenvuller dienst heeft natuurlijk). Omdat er overdag te veel wordt gegeten en gezeten moeten we elke dag flink in beweging komen. Als dat niet lukt met huishouden of tuinieren dan gaan we een uur wandelen, fietsen, wii-en of online sporten. Daarnaast ben ik inmiddels ook succesvol thuiskapper en probeer ik telefonisch een vorm van sociaal leven te onderhouden door af en toe met deze of gene te appen of te beeldbellen. 

Kortom: ik voel eigenlijk helemaal geen rust, leegte of verveling. Alles gaat in onzekerheid en chaos gewoon door. Als ik naar buiten kijk zie ik geen Corona. Mijn hele omgeving is gezond en we zitten het wel uit hier. Zeven weken inmiddels? Ik begin me langzaamaan een beetje zorgen te maken. Want over lange tijd denk ik hier vast aan terug. Aan al die weken waarin we opgehokt zaten. En dan vraagt er bijvoorbeeld een kleinkind of ikzelf: “Maar wat dééd je dan al die tijd? Heb je de garage verbouwd of alle fotoboeken afgemaakt? Een compleet nieuw businessplan geschreven of een universitaire graad behaald?”

Ik vrees de dag dat ik zal moeten bekennen dat ik niets bijzonders heb gedaan. Dat de tijd gewoon voorbij is gevlogen. Bij een vorige werkgever hadden we de bij grote drukte de uitspraak: “Schrijf maar op het lijstje ‘Doen-we-als-we-het-rustig-hebben’.” Ik schaam me nu bijna dat ik niet zo’n lijstje heb om af te werken. Maar ik geniet wel. Van het ellenlange zonnige voorjaar, van de vogels die nog nooit zo enthousiast klonken, van het beeldbellen, van de avondwandelingen, van de kuikentjes, van een goed boek, van het feit dat we allemaal nog gezond zijn. Morgen weer een nieuwe werkdag!

Wat dééd je dan al die tijd?
Schuiven naar boven