“Op de fiets tingelingeling op de fiets … ga je heerlijk en ’t kost bijna niets.” Let op dat ‘bijna’, want inmiddels hebben ook wij een oplaadbare fiets in het wagenpark opgenomen.
Ikzelf heb totaal geen behoefte aan een elektrische fiets. Ik hou van mechanisch fietsen en geniet al traag trappend van de omgeving terwijl ik mijn beenspieren en conditie train. Bijna dagelijks spring ik op mijn stalen ros voor een ritje naar de buurtsuper, bouwmarkt, tandarts, vriendin of noem maar op. Daar heb ik echt geen dure elektrische fiets voor nodig.
Maar mijn echtgenoot is van de gadgets en had zijn hart verpand aan een Dutch ID, de Rolls Royce onder de fietsen. Bovendien past de naam ook goed bij onze auto, de ID.4. Lang verhaal kort: in mei een proefrit gemaakt en fiets besteld, in september hadden we hem – in de herenuitvoering met stang. En ik moet het toegeven: sindsdien heeft mijn echtgenoot al heel wat kilometers in zijn eentje weggetrapt. Ik weet echter zeker dat hij stiekem zit te wachten tot ik er ook eentje wil.
Vandaar dat hij erg behulpzaam was toen ik erover dacht om zaterdag voor het eerst zijn elektrische fiets uit te proberen omdat ik naar Paleis Soestdijk wilde fietsen. Vanwege voetbalverplichtingen moest de officiële overdracht van de fiets al vrijdagavond plaatsvinden. Want denk maar niet dat je een elektrische fiets zomaar even kan lenen zeg. Het zadel moet natuurlijk lager, plus het stuur. En op het stuur zit een door hemzelf op de 3D-printer vervaardigde houder die precies op maat is gemaakt voor zijn telefoon met hoesje. Helaas past mijn telefoonhoes daar niet in, dus we moeten morgen van hoesje ruilen. Bovendien moet mijn telefoon worden gekoppeld aan de computer van de fiets om een route te kunnen doorgeven aan het display. Dat betekent dat zijn connectie verbroken moet worden en mijn telefoon aangeleerd moest worden. Met veel pijn en moeite en een hoop geluk is dat gelukt. Nu nog uitleg over het programmeren van een route, het acculaden, de werking van de ondersteuning en tips over het slot en dan kan mijn proefrit morgen eindelijk beginnen.
Mijn buufvriendin zal om 15:30 uur op Paleis Soestdijk finishen, na een monsterwandeling van 65 kilometer waarmee ze geld inzamelt voor het Prinses Beatrix Spierfonds. Ik wil haar graag toejuichen en heb met veel liefde een oranje Gerbera en een bijzonder takje oranje bloemetjes voor haar uitgezocht. Het geheel is mooi ingepakt en bijzonder lastig mee te nemen op de fiets. Maar met een nat lapje en een zakje eromheen en schuin in de fietstas gestoken moet het net lukken. Als ik alles bij elkaar denk te hebben kan de achterdeur op slot en de tocht beginnen.
Het eerste wat ik merk is dat we vergeten zijn van telefoonhoesje te ruilen en mijn telefoon past niet in de houder. Ik ren weer naar binnen, trek snel wat elastieken mee en fabriceer een constructie over het stuur. Helaas kan ik nu het scherm niet meer bedienen en ik moet nog koppelen en de route ingeven. Dus elastieken er weer af en aanmelden maar. En wat gister met een hoop moeite nog wel lukte, is vandaag een no-go: ik word niet geaccepteerd als nieuwe berijder van de fiets. “Dan niet, stom ding” en ik ren weer naar binnen om mijn oortjes van zolder te halen. Dan ga ik wel met mijn telefoon in mijn zak en geluid in de oortjes met Google Maps rijden.
Dit werkt boven verwachting goed. Ik ben enigszins laat en de bloemen hobbelen vervaarlijk op en neer als ik over de kasseien race. Plotseling een appje van buuf: ‘We moeten eerder finishen want Bea wil eerder naar huis’. Oef, dat gaat een uitdaging worden. Ik schakel een tandje bij en met gemiddeld 26 km/u zeil ik door de polder. Best wel cool eigenlijk. Op die lange rechte paden lijkt het of ik vlieg! Het geritsel uit de fietstas doet me steeds even omkijken, maar de oranje Gerbera en de bloesemtak steken nog steeds trots uit de fietstas en kijken fier om zich heen. Het gaat fijn zo. Bij het Paleis wordt het even moeilijk want waar zijn de wandelaars van de 65 kilometer? Ik mag het paleisterrein niet op dus ik fiets langzaam tegen de stroom oranje wandelaars in, richting het bos. Ik app buuf dat ze haar locatie moet prijsgeven zodat ik weet waar ik kan gaan staan met mijn bloemen. Ze blijkt al heel dichtbij te zijn dus ik fiets rustig naar een mooi plekje in het zonnetje om af te stijgen.
Ik knijp voorzichtig in de remmen, zet mijn ene voet op de grond en zwaai mijn andere been soepel naar achter. En met een gerichte karatetrap onthoofd ik de twee bloemtakken. Precies als ik bedremmeld naar de gebroken bloemen in mijn handen kijk, komt er weer een appje van buuf: ‘Ik zie je!’ Heel in de verte komen de helden al aangemarcheerd en ik zie haar van heinde en verre zwaaien.
Op het moment dat ze vlakbij is duikt er naast mij een reporter op die een megagrote camera op mij richt. “Aan wie gaat u die aanbieden?” Tsja, even twijfel ik of dit feest nog wel doorgaat, maar dan wijs ik hem trots mijn buuf aan. Even later vliegen we elkaar onder het toeziend oog van de camera uitgelaten om de hals en druk ik haar mijn bloemen in de armen. En ik moet het toegeven: zij ziet er aan de finish aanmerkelijk minder gebroken uit dan de bloemen!