Donderdagavond was het prachtig weer en onze vakkenvuller moest al vroeg eten. Ineens kreeg ik een fantastisch idee: vroeg mee-eten en daarna samen met manlief nog een rondje golfen! Dus snel op de golf-app een starttijd gereserveerd waarmee we nog ruim voor het donker binnen kunnen zijn, eten, omkleden en gaan.
We stappen helemaal blij in de ID3, die we steevast de pinguïn noemen, en gaan er eens goed voor zitten. Sleutels in het bakje van de middenconsole, gordels vast en een trapje op het rempedaal om ons aan te melden. Als reactie krijgen we een knipperconcert van alle lampjes op het stuurwiel: langzaam golven ze van ‘aan’ naar ‘uit’ en weer terug. Het lijkt wel een silent disco! Maar de lampjes op de boordcomputer doen niets en ook dat is verontrustend. De pinguïn geeft geen kik. Ook niet als we op de volkomen overbodige START ENGINE STOP-knop drukken. Niets! De pinguïn is dood. Teleurgesteld stappen we uit. De pinguïn is zelfs zo dood dat we hem ook niet meer op slot kunnen doen. Gelukkig zit er in de behuizing van de afstandsbediening een piepklein noodsleuteltje verstopt waarmee we het voorportier kunnen vergrendelen. De achterportieren en de achterklep laten zich niet afsluiten, dus snel halen we alles wat een beetje van waarde is uit de auto. Inclusief de oplaadkabel want hier schijnt inmiddels een grote ‘tweedehands’ markt voor te bestaan.
Gelukkig hebben we onze trouwe Fiat nog. Zijn kilometerteller staat al maanden op 99.8xx km. Ik vrees dat hij de 100.000 km dankzij de lockdown nooit zal gaan meemaken. Maar vanavond moet hij ons dus redden. Hij start meteen en ratelend van vreugde rijdt mijn grote dieselvriend ons zonder mokken naar de golfbaan. Daar genieten we voor het eerst weer van een echte zomeravondactiviteit. Veel fijner dan tv-kijken, lezen of weer een blokje om wandelen.
De volgende ochtend is de pinguïn na een snel onderzoek nog steeds dood. Zelfs de kleine lichtjes op het stuurwiel doen het niet meer. Het lijkt erop dat hij ten prooi is gevallen aan waar massa’s ID3’s en ID4’s al aan zijn bezweken: brakke software. Een update duurt ruim een dag en moet bij de dealer gebeuren. Momenteel is er een grote terugroepactie gaande maar de onze zat daar nog niet bij. En nu hebben we dus direct hulp nodig. De telefoonmevrouw van Volkswagen Assistance vraagt eerst naar de kilometerstand maar die kunnen we natuurlijk niet achterhalen met een dood display. En na de obligate vraag of de auto wel is opgeladen probeert ze optie 2 van haar lijst: ‘Auto herkent de sleutel niet meer’. Of we even in de auto willen gaan zitten, starten … Oh nee, dat kan dus ook niet. Dood is dood. Wat ze wel kan is een monteur langs sturen.
Manlief weet het allang, omdat hij alle internetfora en YouTube-filmpjes hierover volgt: de 12-volt startaccu is leeg en raakt niet meer opgeladen. De vrolijke monteur die ’s middags langskomt beaamt de diagnose. En hij herkent ons nog van de vorige keer. Weet je nog dat de Passat, op de dag dat hij weg moest, weigerde zijn elektrische deuren te openen? Ook toen kwam deze monteur met zijn startkabels to the rescue en kroop hij helemaal door de auto om bij de handig weggewerkte accu achterin te komen. En ook vandaag kon hij onze auto tot leven wekken zodat de pinguïn zelfstandig naar de garage kon rijden, voor de grote software-update.
Manlief kwam terugrijden in een kobaltblauwe Škoda Scala. Een benzine-gestookte stationwagen met automaat en een blits panoramadak, strakke sportstoelen en een imponerend dashboard. Leuke sportieve wagen, lijkt een beetje op mijn oude Seat Leon.
Na het avondeten bekroop mij het bekende lusteloze coronagevoel weer; het is weekend en wat gaan we in godsnaam doen? Het spannendste wat ik kon bedenken was een rondje rijden in de Škoda Scala. Eigenlijk best wel droevig, toch? Zomaar een rondje rijden. Maar mijn nieuwsgierigheid won het van de lamlendigheid. Ik sprong in de Škoda en reed het avondlicht tegemoet. De eerste verkeersdrempel was een hel. Dat moet anders met die ongeveerde massa! Bij het stoplicht duurt het even voordat het start-stopsysteem weer wakker is, dus de linkerbaan is er niet meer bij. Maar op de snelweg maakt hij het meer dan goed. Mijn humeur klaarde op en de ene afrit van de snelweg na de andere negeerde ik. Uiteindelijk kwam ik toch weer in Amersfoort terug en bij een groot parkeerterrein ben ik even gestopt om wat foto’s te maken in het prachtige avondlicht. De motorrijders die daar les hadden keken echter zo vreemd op van een vrouw alleen met een Škoda Scala, dat ik maar weer snel op weg ging.
Ik genoot van het doelloos rondrijden. Handen losjes op het stuur, elleboog tegen het portier. De hele weg stond de radio op de achtergrond zachtjes aan, totdat ineens het nummer van Technotronic klonk: Pump Up The Jam. Emoties laaiden op, herinneringen streden om voorrang, de volumeknop ging volledig open en een vette grijns trok over mijn gezicht. Pump it Up! Zat ik me daar een partijtje te headbangen. Ik voelde me zó Maaskantje!
Een uurtje later was ik weer thuis, precies op tijd voor de koffie. Ik was weer een stuk opgeknapt, mijn haar zat weer oké en deze Škoda Scala is een leuke auto voor het weekend, beslist niet voor langer. Toen ik eenmaal rustig op de bank zat liet manlief me een appje van onze ID4-dealer in Assen zien: Willem komt eraan! Onze definitieve auto, de eerste week van juni al!