Wat een slechte foto staat er bij deze Weekbreak hè? Maar hij is me ontzettend dierbaar. Dus lees toch maar door.
Inmiddels is het ruim drie weken geleden dat ik onverwacht met twee mannen van Coolblue aan de keukentafel een schadeformulier zat in te vullen. Minutieus hebben we de toedracht geschetst en namen en getallen ingevuld. Heel even hoorde ik het duiveltje in mijn hoofd twijfel zaaien: “Moet je dat telefoonnummer niet controleren? Even bellen? Straks is hij weg”. Maar zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten en het moment ging voorbij. Het originele schadeformulier ging naar Coolblue, de doorslag was voor mij.
De volgende dag ging ik uithuilen bij schadehersteller Piet en die had twee aangename verrassingen voor mij. Eén: omdat ik alleen een WA-verzekering voor de Fiat heb, kon hij alle rompslomp meteen overnemen. Ik overhandigde hem opgelucht de ondertekende doorslag. Wat een verademing na de papierwinkel met de fiets van schoonvader! Twee: ik kreeg 2 bonnen voor een gratis wasbeurt voor de auto.
Een soort pleister op de wonde dacht ik nog. Maar in feite bleek het een uitgekiende bedrijfsbesparing te zijn. Want nadat ik een afspraak had gemaakt om de Fiat op maandagochtend vroeg te brengen, bleek dat ik hem daarvóór, dus nòg vroeger, zelf eerst moest laten wassen. Vandaar de bon. Ik vind het wel slim bedacht: klant blij met twee gratis bonnen en de schadehersteller bespaart zeeën van tijd en mankracht door niet zelf de auto’s te wassen. Nou ligt mijn vertrouwde Carwash ingeklemd tussen mijn huis en de schadehersteller in, dus ik voorzie geen probleem. Totdat schade-Piet me wijst op de locaties waar de bonnen geldig zijn: alleen bij de eigen wasboxen van het bedrijf, dus midden in het dorp of aan de snelweg.
Maar ik laat me niet kennen en gooi maandagochtend vroeg een muntje op: het wordt de wasbox in het dorp. Ik lever de bon in bij de kassière van de bijbehorende bezinepomp en na wat moeilijke blikken krijg ik een ticket met een wascode. En dan wordt het toch een beetje spannend want zo’n afgelegen wasbox is nieuw voor mij. De box zelf is trouwens ook splinternieuw: zojuist gebouwd in het pand waar we een paar maanden geleden nog naar de Škoda Enyaq iV gingen kijken. Toen lag de rode loper uit, kregen we thee met koeken en een mondkapje en een spetterende presentatie. Opzwepende muziek, speciale lichteffecten op glimmend metallic en de geur van nieuwe auto’s verdrongen elkaar. En nu is alles doodstil en verlaten. De showroom is leeg. Het parkeerterrein is leeg. Alleen een verhuisbericht op de deur herinnert aan andere tijden. En daar sta ik dan op een uitgestorven bedrijfsterrein met mijn ticket.
Het is denk ik de bedoeling dat ik de Fiat naar binnen rijd en voor de zekerheid draai ik de antenne er alvast maar vanaf. Dan voorzichtig doorrijden tot ineens de rode stop-lampen gaan branden, motor uit, handrem erop, uitstappen en de code op het kastje aan de buitenkant intikken. Er is niemand die me gerust kan stellen of de auto wel goed staat en of ik niet iets essentieels ben vergeten. Flarden van de film ‘De lift’ schieten aan mij voorbij en in mijn fantasie zie ik mijn Fiat al verzwolgen worden door een gloednieuwe en verkeerd afgestelde verrijdbare wasboog. Want hé: zo’n ding bestaat ook maar uit mechanica en sensoren. Heb ik alle portieren eigenlijk wel echt goed dichtgedaan? En wat gebeurt er als er een wasborstel vastslaat en hij de Fiat als een containerschip in het Suezkanaal dwars tegen de wasboog trekt? Het zijn idiote gedachten natuurlijk, waar ik in de Carwash nooit last van heb. Maar kennelijk doet zo’n nieuwe wasbox op een afgelegen en verlaten terreintje iets met mijn fantasie.
Eerlijk is eerlijk: de wasbox doet het gewoon prima en even later ben ik opgelucht op weg naar de schadehersteller. Volgens Piet is alles met de auto en verzekering in orde en kan het grote uitdeuken en overspuiten beginnen. Morgen ophalen.
Morgen is een belangrijke dag want zoon heeft eindelijk weer eens autorijles en dochter gaat na een succesvolle extractie van de tweede verstandskies en de bijbehorende revalidatie weer terug naar haar kamer in Maastricht. Als ik haar met de pinguïn naar het station breng is zoonlief net vertrokken met zijn lesauto. Hoe grappig zou het zijn als we hem nu onderweg ergens tegenkomen? Ik heb hem nog nooit zien rijden want natuurlijk mogen we niet staan te kijken aan het begin en/of einde van zijn rijles. Dochter en ik staan op scherp en we speuren alle straten af naar een lage witte Mercedes CLA Coupé. We zien hem nergens. Het zou ook wel te toevallig zijn. Na een brainwave over de dubieuze app ‘Zoek mijn …’ start dochter een zoekactie. Helaas krijgen we geen contact dus we laten het hierbij.
Kind met een dikke knuffel afgezet bij het station, de pinguïn weer thuisgebracht en lopend naar de schadehersteller. Daar staat de Fiat al uitgedeukt en frisgespoten op mij te wachten. Echt: het is prachtig gedaan. Hij staat weer strak in de grijze lak en de verchroomde letters achterop, die er voor de reparatie af moesten, zijn nieuw en shinen als nooit tevoren. Zelfs de binnenkant is weer helemaal schoon. Ik ben blij!
Uiterst voorzichtig rijd ik die paar straten naar huis. Bij de voorrangskruising waar ik naar links wil stop ik netjes om de situatie op rechts te bestuderen. Er staat een dikke vrachtwagen op de rechterbaan geparkeerd dus de situatie is onoverzichtelijk. De auto voor mij trekt hard op om met een grote bocht over de verkeerde weghelft langs de vrachtwagen te scheuren. Vervolgens staat hij keihard op zijn rem. Daar ging duidelijk iets bijna helemaal mis! Terwijl ik optrek naar links kijk ik in mijn binnenspiegel wat de consternatie achter mij is en ik zie: mijn eigen zoon in zijn witte Mercedes lesauto! Gelukkig heeft hij de spookrijder behendig kunnen ontwijken en nu staat hij recht achter me voor de volgende oversteek te wachten.
In een reflex van trots en toeval trek ik mijn telefoon om een bijzondere foto te maken. Dat is dus deze geworden. Niet zo scherp, ik geef het toe, maar toch ben ik er blij mee! Pas later realiseer ik me dat dit natuurlijk een erg slecht voorbeeld was: je telefoon gebruiken recht voor een lesauto. Eenmaal thuis vraag ik enigszins beschaamd of zoon gezien heeft dat ik al rijdend een foto heb gemaakt? Ad rem zoals hij is antwoordt hij: “Dat niet. Maar wel dat je geen richting aangaf!”