En ineens was hij verdwenen. Weet je nog dat ik het een paar weekbreaks terug had over “mijn ‘ja-gevoel’ (hetzelfde gevoel dat mij 35 jaar geleden attent maakte op mijn toekomstige echtgenoot).”?
Op het moment dat ik dat schreef keek ik weer even vol liefde naar de trouwring aan mijn rechterhand. Ik weet nog dat ik hem net droeg, bijna 27 jaar geleden. Hij was nieuw, glanzend, ongeschonden. Ik vond hem prachtig! Het steentje erin had zoveel facetjes dat het licht erin leek te dansen. En als je hem op de juiste manier tegen het licht hield spatte de zachtgekleurde vonken in het rond. Ik kon mijn ogen er nauwelijks vanaf houden. Ik durf niet eens te gokken hoe vaak ik in mijn kantoortje alleen maar zat te staren naar mijn trouwring in plaats van naar het toetsenbord of de muis eronder.
Na al die tijd vind ik m’n trouwring nog steeds prachtig. Dus tijdens het beschrijven van mijn ‘ja-gevoel’ schoot mijn blik weer vol liefde opzij. En ik zag … niets! Een gapend gat! Mijn steentje was weg, zomaar! Wat rest is een werkeloos klemmetje en een afgebroken klemmetje. En die klemmetjes krassen en haken.
Natuurlijk keek ik meteen in het rond, schudde ik mijn kleding uit, heb alle handschoenen van de afgelopen tijd binnenstebuiten gekeerd en de stofzuigerzakken uitgeplozen maar het steentje blijft weg. En ik merk dat ik er ontzettend naar van ben. Tuurlijk kan je een nieuw steentje laten zetten, maar deze was mee op huwelijksreis, bij de geboorte van onze kinderen, is mee geweest op alle vakanties. Hij heeft zoveel banen, muizen en toetsenborden gezien. Altijd met me meegeschreven. Letterlijk en figuurlijk vele stormen doorstaan. En nu is hij dus weg.
Genoeg gemijmerd, genoeg getreurd. Tijd voor actie. Alleen: het c-woord hè? Alle winkels zijn dicht, toch? Langzamerhand kan ik er geen touw meer aan vastknopen wat wel en wat niet mag. Wel met drommen mensen in de supermarkt, niet rustig uit eten. Wel eten bestellen en op een muurtje opeten, niet op een terrasje zitten. Wel vanuit de deuropening een bosje bloemen binnen aanwijzen, niet bij een kledingwinkel naar binnen kijken. Wel straks studenten in de sporthallen, kerken en schouwburgen, maar geen sporters, gelovigen en artiesten. Wel thuisonderwijs moeten geven, maar niet uit ideologie voor thuisonderwijs mogen kiezen (want ontduiken van de leerplicht).
Op een van mijn avondwandelingen door de wijk kwam ik toevallig langs de juwelier. Er zat een papier op het raam geplakt vol aanwijzingen hoe je in contact kon komen. Ik maakte er een foto van en de volgende dag belde ik hoopvol onze eigen vestiging. Ik vertelde dat het steentje uit mijn trouwring was en dat ik dat heel erg vond. De vrouw aan de andere kant van de lijn riep meteen: “Dan kom je toch gewoon langs? We zijn tot vijf uur open.” Huh? Daar snap ik dus echt niets van. Maar ik sprong op de fiets en stond in no time in de winkel. De man die vlak na mij kwam kreeg de vinnige vraag of hij vooral buiten wilde wachten. Maar toen hij met zijn horloge zwaaide ontdooide de vrouw achter de toonbank, mompelde van achter haar mondkapje “Batterijtje?” en griste het horloge uit zijn handen.
En toen was ik toch nog aan de beurt. Reparaties mogen blijkbaar wel, winkelen niet. Ik wilde net uitleggen dat ik niet wist wat voor steentje er eigenlijk in had gezeten toen ze constateerde: “Diamantje, 3 puntjes, zetting kapot, honderdvijftig euro.” Okee. Geen steentje, zirkonia of briljantje blijkbaar? Het leek haar een domme vraag want je ziet toch hoe de zetting is? Ik gaf haar maar gelijk en leverde mijn ring in.
Daarna deed ze verwoede pogingen om het nieuwe computersysteem op te starten. Echt, ik kom er al 20 jaar en elke keer hetzelfde gedoe: het systeem kan mij niet vinden. Op beide achternamen niet, niet op adres, niet op postcode. Wel een Mol verderop in de straat, maar dat zijn wij niet. En de naam die ze verzuchtte die er op lijkt en die we wel kennen, Molnár, woont zeker niet op het nummer dat zij er bij noemde. Wat een vooruitgang, weer een nieuw computersysteem.
Gelukkig werd de vrouw er zelf ook moe van en ze gaf me een mooi handgeschreven inleverbewijs. Ik was nog niet thuis of er lag al een automatisch gegenereerd gericht met ‘Bevestiging van uw reparatie’ in mijn mailbox. Met daarin keurig netjes alles wat we zojuist hadden besproken. Ze heeft me dus toch nog gevonden! En nu maar wachten op mijn ring.