“Een heel klein opdrachtje” zei hij. En wat ik in eerste instantie aanzag voor een mak lammetje, bleek in werkelijkheid een wolf in schaapskleren te zijn.
Mijn contactpersoon klonk nogal wanhopig aan de telefoon. Hij had een vertaalopdracht van een Duitstalig moederbedrijf gekregen. Een heel kleine opdracht Duits > Nederlands die beslist morgen klaar moest zijn. Een paar woordjes. Maar zijn ene vertaler was afwezig en de andere vertaler zat tot aan zijn nek in een andere opdracht. Hij zou het ook zelf wel kunnen, waarschijnlijk was het een uurtje werk. Maar toch wilde hij die brutale vraag stellen: of ik het misschien zou willen doen?
Had ik al eens gezegd dat werk magnetisch is, dat de duvel altijd op de grote hoop schijt en dat klanten volgens mij samenspannen om opdrachten precies tegelijkertijd te versturen? Zo heb je het rustig genoeg om op een doordeweekse dag lammetjes te knuffelen en ineens komt het werk weer met bakken uit de lucht. Maar ondanks mijn volle planning help ik mijn contactpersoon natuurlijk met een uurtje uit de brand. Stuur maar op.
Ik had beter moeten weten toen hij zei dat het om maar een paar losse woordjes ging. Het was weliswaar voor een bekende klant van mij, maar het werk kwam me niet bekend voor. En die losse woordjes? Ze stonden onsamenhangend met wat prijzen en codes in Word. Van een paar kon ik werkelijk geen soep koken. Bij een ‘Messenger bag’ kan ik me nog wel iets voorstellen, maar een ‘Basis baby’ wordt al lastiger. En is ‘No. 2’ een naam, een deel van een opsomming of verwijst het werkelijk naar toiletgebruik? Ook enkelvoud of meervoud was niet altijd duidelijk. Goed vertalen is heel lastig als je geen context hebt. Hierdoor realiseer ik me nog eens extra hoe geroutineerd ik met mijn eigen bestanden eigenlijk ben en hoeveel info en kennis ik in mijn eigen spreadsheets heb vastgelegd. De losse woordjes begonnen een hinderlijke vorm aan te nemen.
Natuurlijk kom je een heel end met een paar algemene vertalingen maar dat is mijn eer te na en bovendien kan dat lachwekkende gevolgen hebben. Dus ik heb de vertaling naar beste eer en geweten gemaakt en snel contact opgenomen met iemand die ik ken bij het betreffende bedrijf. Ik appte mijn probleem, mailde mijn vertaling vast vooruit en vroeg voor de volgende ochtend een werkoverleg aan. De vriendelijke dame dacht met mij mee en betrok direct een andere collega bij de vertaling. En dat was een goede zet, want hij herkende de lay-out: dit waren prijskaartjes! De Nederlandse vertegenwoordigers kunnen deze kaartjes online bestellen voor hun producten. Maar ehh: de voorgedrukte prijzen gelden helemaal niet voor de Nederlandse markt! Zelfs de prijzen moesten dus worden vertaald! Deze laatste collega is vervolgens druk bezig geweest om de Nederlandse prijzen op te zoeken, terwijl ik via mijn contactpersoon liet navragen bij het moederbedrijf of we überhaupt aan de prijzen mochten komen en of vaste prijzen wel handig zijn? Na een bloedstollend uur kreeg ik de Nederlandse prijzen toegestuurd, op code. Ik had geen idee bij welk woord ze hoorden.
Gelukkig liet het moederbedrijf weten dat prijskaartjes zonder prijzen een goed idee was. Ook de Nederlandse collega was het daar helemaal mee eens en na een hoop gestress tussen de 5 (!) betrokkenen kon ik weer opgelucht ademhalen. De vertaling klopte en was op tijd ingeleverd. Iedereen blij. Maar, note to myself; let in het vervolg alsjeblieft beter op welke klus je aanneemt. Ik dacht dat dit een soort lammetje zou zijn; klein, schattig en vluchtig. Maar het bleek dus een grote gemene wolf te zijn. Leermomentje!